U bent hier

Migratie van de familie Truyts naar Jacareí (SP)

Vanaf de jaren 1880 - de nakende afschaffing van de slavernij - trok Brazilië, en in het bijzonder de deelstaat São Paulo, actief Europeanen aan die wilden migreren. Om dit te bewerkstelligen werden diverse propagandecampagnes opgezet alsook ronselaars ingezet die de nadruk legden op de verschillende tewerkstellingsmogelijkheden in Brazilië en de potentiële migranten een voorspoedig leven voorschotelden.

Deze informatie kwam ter ore van Romanus Truyts, een landbouwer, gevestigd in Heist-op-den-Berg, provincie Antwerpen. Hij besloot samen met zijn echtgenote en kinderen te migreren naar Brazilië en scheepten beging september 1890 te Antwerpen in. Het gezin bestond uit stamvader Romanus Truyts, 48 jaar, zijn echtgenote Joanna Regina Geens, 46, en hun zes kinderen Mathilde,  Maria Anna Paulina, 21, Franciscus, 19, Maria Philomena, 14, Maria Ludovica, 10 en Amandus, 7. De oudste dochter, Mathilde, die reeds gehuwd was, bleef als enige achter in België.

Vapor Ohio no Porto de Antuérpia

De overtocht België - Brazilië

Norddeutscher LloydDe stoomboot Ohio, waarop ze in Antwerpen inscheepten, had een capaciteit van 84 passagiers in eerste, en 717 in derde klasse. Ze was eigendom van het Duitse redersbedrijf North German Lloyd of Bremen. De reis vanuit Antwerpen tot Rio de Janeiro nam ongeveer 40 dagen in beslag.

De overtocht was allesbehalve een pretje. De emigranten werden verzocht goed op hun handbagage te letten. Het lot van hun bagage die in het scheepsruim gestockeerd werd was onzekerder. Niet zelden werd deze gedurende de overtocht of bij het aanmeren in de havens gestolen. Het stof van de steenkolen, de brandstof voor de stoomboot, veroorzaakte een roetzwarte nevel die het schip omringende en ook neersloeg op de huid van de reizigers.

De derdeklasse-reizigers overnachten in slaapzalen waar honderden migranten onderdak vonden. Deze waren verdeeld per sexe, waarbij kleine kinderen bij hun moeders konden verblijven. Met de hygiënische omstandigheden was het pover gesteld. De slaapzalen waren permanent vuil, vochtig en een broeinest voor bacteriën en parasieten. De stank was niet te harden en werd eufemistisch de "geur van de migranten" genoemd. De maaltijden aan boord werden geserveerd via een verantwoordelijke per groep van zes personen die het eten diende op te halen en eerlijk te verdelenn onder zijn groep.

Op 22 oktober 1890 kwam de familie Truyts aan in de haven van Rio de Janeiro. Via kleine bootjes werden ze overgebracht naar het Migrantenverblijf op het Bloemeneiland. Daar verbleven de migranten 13 dagen in quarentaine en werden medisch gekeurd. Hier werden ze opgehaald door hun toekomstige werkgevers of door de vertegenwoordigers van de nederzetting naar waarheen ze zouden verhuizen.

Zodus kon het gezin op 4 november 1890 vertrekken naar hun finale bestemming, het dorp Jacareí, in de valei van de rivier Paraíba, in de deelstaat São Paulo. Dit gebeurde via de spoorlijn van de Federale Overheid, die Rio de Janeiro met São Paulo verbond. In Jacareí werden ze opgewacht door vertegenwoordigers van de nederzetting Boa Vista (mooi uitzicht).

Estação de Jacareí em 1902

De Nederzetting Boa Vista

De koloniale nederzetting was gevestigd in het gebeid van de Fazenda Boa Vista. Op 18 september 1888 had de Federale Overheid deze aangekocht van majoor Vitoriano Pereira de Barros. Het terrein was verdeeld in 91 loten, elk met een oppervlakte van circa 118.892 m² en een gemiddelde waarde van $ 1,25 réis/m². In totaal leefden er ongeveer 455 bewoners. Het merendeel van de kolonisten betaalde contant hun eigendom waardoor de nederzetting op korte tijd erkend werd als deelgemeente. Ze bond zich op 7 km van het centrum van Jacareí, dat, zoals hoger vermeld, via het spoor verbonden was met zowel Rio de Janeiro als São Paulo.

De aankomst van de familie TRUYTS werd geregistreed als 014.94 in het boek 47 op de paginas 60v, 61 ,61v e 62.

Op het einde van de XIXe eeuw ontving de staat São Paulo twee verschillende soorten migranten: de spontane migrant die voor eigen rekening kwam en deze die uitgenodigd was door de Federale of provinciale overheid of door een privé bedrijf. In de regel kwam de spontane migrant, zoals Romanus Truyts, terecht op kleine nederzettingen in gekoloniseerde gebieden, waarbij de uitgenodigde ging werken op de koffieplantages.

De loten werden verkocht aan spontane migranten die konden bewijzen dat ze ervaring hadden met landbouw. Hierbij ging de voorkeur uit naar zij die nieuwe landbouwproducten of -technieken konden introduceren om op deze wijze de lokale economie te diversifiëren. Planta do Núcleo Colonial Boa Vista – Jacareí

De meerderheid van de migranten die een lot verwierven in de koloniale nederzettingen van de staat São Paulo, gelegen in de vallei van de rivier Paraíba, produceerden landbouwproducten voor eigen gebruik en verkochten hun overschotten op de lokale markten in de nabij gelegen dorpen.

Helaas kwam de koloniale overheid haar afspraken met de kolonisten niet steeds na. In november 1891 stuurden de migranten van de Nederzetting Boa Vista een brief naar de Afgevaardigde van Land en Koloniën van de staat São Paulo waarin ze zich beklaagden over het feit dat ze totaal aan hun lot overgelaten werden, dat ze hun eigen zaaigoederen dienden te voorfinancieren en geen krediet ontvingen van de lokale handelaars. Verschillende kolonisten hadden reeds de nederzetting verlaten om elders heil te zoeken. 

Het leven van de familie Truyts in Brazilië

Met hun ervaring als landbouwers in België, starte de familie Truyts hun werkzaamheden in Jacareí. Ze verbouwden verschillende landbouwproducten en verkochten een deel van hun oogst in de nabij gelegen stad.

Twee jaar na hun aankomst, in 1892, was de totale productie van de Nederzetting Boa Vista de volgende:

  • Rijst – 20.000 liter
  • Aardappelen – 25.000 liter
  • Koffie – 1.000 arrobas (oude eenheidsmaat van circa 12 kg)
  • Bonen – 30.000 liter
  • Mais– 100.000 liter

Romanus Truyts introduceerde nieuwe landbouwtechnieken en gaf een aanzet tot de ontwikkeling van de lokale agro-industrie. Hij startte via een zelf ontworpen watermolen met het malen van mais en mandiok. De molen leverde ook drijfkracht voor andere activiteiten. 

Om zijn mais- en mandiokmeel te verkopen, alsook de andere landbouwproducten, huurde hij op de gemeentelijke markt van de nabij gelegen stad São José dos Campos (in die tijd makkelijker te bereiken dan Jacareí), een marktruimte. De verplaatsing geschiedde via een zelf ontworpen en gebouwde ossenkar. 

De naam Romanus Truyts werd vermeld in de rubriek "landbouwers" van de jaarlijkse overzichtlijsten gepubliceerd door de staat São Paulo.

Een jaar nadat Romanus zijn lot aankocht, kocht zijn zoon Franciscus op 15/01/1892 een ander, geregistreed als nº 72 met een oppervlakte van 113.580 m².

Truyts Francisco Título Núcleo Colonial

Net zoals de andere immigranten, leverde de familie Truyts in de regio Jacareí verschillende bijdragen tot de landbouwontwikkeling en ondernemerschap, met kleine agro-bedrijven en -winkels. Dit alles werd gestimuleerd door de nabijheid van de spoorlijn en een uitstekende lokatie nabij de hoofdstad São Paulo.

Op 7 november de 1906 overleed Joanna Regina Geens ten gevolge van een longontsteking. Ze werd daags nadien begraven op het gemeentelijk kerkhof van Jacareí (Campo da Saudade, lot 14, graf nº 14274). Een jaar na het overlijden van zijn echtgenote besloot Romanus alleen terug te keren naar België. Hij verbleef korte tijd in Heist-op-den-Berg, waarna hij besloot in te trekken bij zijn oudste dochter Mathilde, die op de Botermarkt in Hallaar woonde. Enige tijd later verhuisde hij echter terug naar Heist-op- den-Berg, ditmaal naar de Hallaarse Steenweg.

Romanus, intussen 69 jaar gworden, doet het rustig aan. Hij houdt contact met zijn broer Carolus en de twee zonen van zijn overleden zuster Rosalie; namelijk Gust De Wever met zijn gezin en Jef Amandus De Wever; alias den Titte, nog vrijgezel. Titte was een verwoed jager en stroper en Romanus volgde al vlug zijn voetsporen.

Romanus overleed op 21 maart 1924, twee en tachtig jaar oud, om 11:00 's morgens in het Sint-Elisabeht Hospitaal te Antwerpen. Hij ligt begraven in het Schoonselhof te Antwerpen.

Truyts Romanus Overlijdensakte

De afstammelingen van Romanus Truyts

De bewoners van Boa Vista leefden nauw samen op hun nederzetting. Gezien de afstand tot de stad Jacareí, speelde het lokale leven en vertier zich af in de eigen kolonie. Ze bouwden er hun eigen kapel "Senhor Bom Jesus" en organiseerden religieuze feesten.  

Over de dochters van Romanus Truyts is weinig geweten. Ze trouwden en zorgden voor hun eigen gezinnen.

Café Truyts 500gFranciscus Truyts (◦13/04/1872), de oudste zoon van Romanus, trouwde met Eulália Ricardina Andrade (◦14/12/1904). Hij richtte de koffiebranderij Truyts op in het begin van de XXe eeuw. Ter zijner ere, werd een straat in Jacareí naar hem genoemd: Rua Francisco Truyts.

Café Truyts transporte

De jongste zoon van Romanus, Amandus Truyts (◦25/11/1883 +13/12/1969), trouwde met Maria José da Conceição (◦1894 +21/03/1967). Het gezin kreeg twee zonen, Deniz Truyts e Ernesto Truyts. Amandus zette de landbouwactiviteit van zijn vader verder en vestigde zich in de eerste helft van de twintigste eeuw in de straat Barão de Jacareí.

Ernesto Truyts (◦12/04/1910 +09/07/1973), zoon van Amandus Truyts, trouwde met Margarida Garcia Domingues (◦12/12/1914 +04/09/1993), dochter van Spaanse immigranten die ook verbleven op de Nederzetting Boa Vista. Ze kregen 13 kinderen: Ernesto, Amands, Vicente, Mercedes, Manoel, Elaine, Irene, Clarisse, Ari, Israel, Nilde Maria, Eliana en Josué. Ernesto werkte tot zijn pensionering bij de spoorweg Central do Brasil – Rede Ferroviária Federal en ter zijner ere werd ook een weg naar hem vernoemd.  

Manoel Truyts (◦30/11/1938 +14/06/1981), zoon van Ernesto Truyts, kreeg ook een straat met zijn naam. 

De afstammelingen van Romanus Truyts droegen en dragen nog steeds bij aan de ontwikkeling van de stad Jacareí. Ze werken als ingenieurs, geneesheren, bestuurders, handelaren, advocaten, politici, tot zelfs een professionele voetbalspeler. Het betreft een gesettelde familie in de vallei van de rivier Paraíba.

Bronnen en illustraties

Marc Storms

Gebaseerd op de tekst van Suzana Truyts dd. 17/04/2018 en het artikel van Dirk De Wever, “Een Heistse Truyts”, dat verscheen in De Swanekoerier, maart-april 2018, p. 35 – 39.

De illustraties werden bezorgd door Suzana Truyts.

Nederlands